
De etymologie van maandag (en alle andere weekdagen)
Maandag, woensdag of vrijdag: je staat er eigenlijk nooit bij stil, maar alle weekdagen zijn ooit eens bedacht. Maar waar komen deze namen eigenlijk vandaan? Nou, dat heeft veel te maken met de Romeinen. Ik neem je mee naar de etymologie van maandag en alle andere dagen van de week!
De huidige benamingen voor onze dagen van de week zijn van oorsprong vernoemd naar de zeven ‘planeten’ die in de Oudheid met het blote oog te zien waren. Dit waren de zon, maan, Jupiter, Mercurius, Mars, Venus en Saturnus. Deze namen ontstonden richting het einde van het West-Romeinse Rijk, rond de tweede of derde eeuw na Christus.
Al deze hemellichamen waren vernoemd naar een god uit de Romeinse mythologie. Deze benamingen werden in korte tijd zo ‘gewoon’, dat Griekse en Germaanse volkeren ze gewoon overnamen. En die gaven er natuurlijk hun eigen draai aan. Laten we daarom maar eens snel een kijkje nemen naar de Nederlandse namen!
Maandag
De etymologie van maandag is te herleiden uit het het Latijnse dies Lunae: de dag van Luna. Luna is in dit geval de maan. Oorspronkelijk komt het zelfs van het Oudgriekse hēmérā selēnēs (dag van de maan).
Maandag is sinds de 13e eeuw in het Middelnederlands te vinden als manendach, maendach of zelfs smanendachs (op de maandag).
Dinsdag
Dinsdag is de vreemde eend in de bijt. Het Etymologisch Woordenboek speculeert dat deze dag is vernoemd naar de Germaanse God Thingsus, de God van de Volksvergadering. Dit wordt versterkt door het vroegere Nederduitse woord voor dinsdag: dingesdagh, dingschedach. Er zijn echter zo weinig inscripties gevonden waar Thingsus benoemd werd, dat men deze herkomst betwist. Een andere theorie heeft te maken met het Engelse Tuesday: dinsdag komt dan van de Germaanse God van de Oorlog: Tiwaz.
Dinsdag is in 1269 voor het eerst in de Nederlandse taal gevonden als dinsendaghs (op dinsdag).
Woensdag
Woensdag is gelukkig een stuk helderder! Woensdag is vernoemd naar de Germaanse oppergod Wodan. Een soort Zeus onder de goden.
Dat woensdag niet Wodandag heet, komt door een foutje in de overgang van het Oudnederlands naar het Middelnederlands. In het Oudnederlands schreef je Wodan als uuoden (woden). Dit sprak men rond de 8e eeuw uit als woeden. Met de overgang naar het Middelnederlands in de 13e eeuw zou dit volgens de taalregels woen moeten worden als je het had over bezit, alleen dit gebeurde enkel in de samenstelling woensdag!

Donderdag
Donderdag heeft zoveel met donder en bliksem te maken als je zou denken! De vierde dag van de week is namelijk vernoemd naar de Germaanse god Donar, ook wel bekend als Thor. Donar had de kracht van donder en bliksem. Omdat deze beste God dezelfde kenmerken deelde met de Romeinse God Jupiter, kreeg hij de vierde dag van de week toebedeeld.
Donar betekent letterlijk donder. Vandaar dat we de dag donderdag noemen! In 1253 is zijn eerste vermelding in onze taal: jn wittendonres dage (op witte donderdag). Los: donredach of donredaghes.
Vrijdag
Vrijdag, de vijfde dag in de week, is vernoemd naar Freia, de Germaanse godin van de liefde. Freia spelden we in het Middelnederlands als Friia (Frija). Leuk feitje: ons huidige woord voor vrij is ook gebaseerd op deze lieftallige godin.
Vrijdag is in 1237 voor het eerst vastgesteld in onze taal. We spelden het toen als vriendach of vridach. Vrien geeft hierbij een bezit aan: de dag van Friia.
Zaterdag
Zaterdag is de enige dag waarbij de Romeinse god gewaarborgd bleef. Het is namelijk een vertaling van diēs Sāturnī. Zaterdag is hiermee vernoemd naar Saturnus: de god van de onderwereld. Omdat in de Germaanse mythologie geen vergelijkbare god was, bleef de deze dag staan!
In 1240 dook zaterdag voor het eerst op in onze taal als saterdag.
Zondag
Zondag, de dag van de zon. Of beter gezegd: de dag van Zonnegod Sol. Zondag is namelijk een leenvertaling van het Latijnse diēs sōlis, dat op zijn beurt weer uit het Grieks komt. Hēmérā hēlíou, oftewel de dag van de zon.
Zondag is zelfs nog in het Oudnederlands bewaard gebleven. Men spelde het rond 1150 als sunnadag of sunne tach. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de volgende zin: ther sunne tach thar na (de zondag daarna).
Leuk feitje: Waarom we zeven dagen in de week hebben? Nou, dat komt waarschijnlijk voort uit het Jodendom. Het Oude Testament beschrijft namelijk een cyclus van zeven dagen waarop de Aarde gecreëerd is. Onder invloed van de Joden, die zich meer over de wereld gingen verspreiden, waaide dit honderden jaren voor Christus over naar Babylonië (een koninkrijk rondom Irak), toen naar de Grieken en uiteindelijk naar de Romeinen.
Meer etymologievoer: de oorspronkelijke betekenis achter muziek
Wist je dat… wereld en weerwolf alles met elkaar te maken hebben?