
De etymologie achter kat (en 3 andere poezenwoorden)
Nee, we gaan nu niet eerst de kat uit de boom kijken. En we willen ‘m al helemaal niet in de zak kopen. Kat, poes, kitten en andere kattentermen. Waar komen ze vandaan? Ik neem je mee naar de etymologie achter kat (en andere poezenwoorden).
1. Kat
Kat is een lastig kindje voor veel etymologen. De eerste sporen van de kat als huisdier in Europa gaan terug tot liefst 7.500 voor Christus, maar toch duikt het eerste tastbare woord voor huiskat pas op rond 350 na Christus: de Romeinen spraken over cattus, terwijl men in het Proto-Germaans Katta zei. Vreemd, gezien het poezelige beestje ook daarvoor al in huis gehouden werd.

Er gaat een theorie dat kat oorspronkelijk een lokwoord is, verbasterd uit de lokroep kt, kt, kt. De precieze etymologie van kat is dus onduidelijk, maar desalniettemin lijkt het woord voor huiskat in nagenoeg elke taal in Europa op elkaar. Het woord is sinds 1210 voor het eerst te vind en in de Nederlandse taal, als cat(te).
Leuk feitje: Felis silvestris catus is de wetenschappelijke naam voor de huiskat. Het bestaat uit drie Latijnse woorden: Felis (kat), Silvestris (wild, in het bos levend) en catus (huiskat). De wilde huiskat-kat! De overkoepelende naam voor alle katachtigen is felidae en omvat ook leeuwen, tijgers en andere roofdieren.
2. Kater
Een kater is een mannetjeskat! Bij dit woord is het haast zeker dat het uit een Germaanse taal komt. In het Proto-Germaans zei men kats men kater bedoelde. Via het Oudhoogduitse kataro (9e eeuw) is het als chater in onze taal terecht gekomen.
Het duikt in het Nederlands eerst op als bijnaam: hugo chater (Hugo de kater) of Clais die cater (Clais de kater). Sinds 1300 wordt het écht gebruikt als mannetjeskat. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de volgende zin: dus bem ic ayser dan een cater. Het is niet zeker waarom wij die ‘-er’ erachter plakten. In navolging van kater werd het echter wel gebruikelijk om dit voor andere mannetjesdieren te doen.
Nog een leuk feitje: Die kater die je hebt na een avondje iets te flink stappen? Die komt uit het Duits! Studentenkringen in Leipzig gebruikten het woord rond 1850 voor het eerst. Het is een verbastering van Katarrh (slijmvliesontsteking). Daarvoor noemden we een kater in het Nederlands overigens katterig of katterigheid, dus die kattenassociatie zat er altijd al in.
3. Poes
Een poes is een vrouwtjeskat (maar wordt ook gebruikt als algemene benaming voor een kat). Hoewel poes tegenwoordig allerlei vrouwelijke bijbetekenissen heeft, is zijn oorsprong heel braaf. Poes komt bijna zeker voort uit een lokroep voor de huiskat: ps, ps, ps. Varianten op poes komen in bijna heel Europa voor, zoals puss (Engels) of pus (Noors). In het Albanees is pise zelfs ‘lokroep voor de kat’!
Poes komt in 1617 de Nederlandse taal binnen als puys. Pas een halve eeuw later spelden we het als poes, naar de Nederduitse spelling. Nederduits is een dialect die men spreekt bij de grens tussen Nederland en Duitsland.
4. Kitten

Een kitten is een jonge kater of poes. Dit is een leenwoord van het Engelse kitten. Zij schreven het tegen de eind van de Middeleeuwen als kitoun, een woord dat ze waarschijnlijk overgenomen van het Oudfranse chitoun (kleine kat). Dit is een verkleinwoord bij het Latijnse cattus.
Wist je dat kitten nog maar kort in onze taal voorkomt? De Van Dale heeft het pas sinds (houd je vast) 1984 in het woordenboek staan. Als we daarvoor refereerden naar een jonge kat, zeiden we gewoon katje. Wat groeien woorden toch snel op, hé?
En nóg een leuk feitje: Nu we het toch over de etymologie van kat hebben, wist je dat het bij de Koninklijke Marine ook fooi of salaris betekent? De geschiedenis hierachter is eigenlijk té bijzonder om kort samen te vatten, maar ik doe toch een poging. Katje komt van het Franse gage (belofte), een woord dat in de VOC-tijd in Nederlands-Indië gekomen is. Zij verbasterden dit tot gadji. De Nederlandse scheepsmensen die in Nederlands-Indië kwamen vonden dit exotische woord zo cool, dat ze het overnamen en verbasterden tot katje. Cool hé?
Meer etymologievoer: de knagende etymologie van eekhoorn
Wist je dat… ons woord voor konijn uit een nu uitgestorven taal komt?