
4 vergeten woorden uit de Nederlandse taal (en hun herkomst)
De Nederlandse taal is vaak veranderd. In mijn zoektocht naar de verhalen achter woorden, kom ik er ook een hele hoop tegen die in de Middeleeuwen heel gewoon waren, maar die nu eigenlijk niet meer gebruikt worden. Daarom in dit artikel vier vergeten woorden uit de Nederlandse taal (en hun herkomst).
1. Trijzelen (ronddraaien, traag werken)
Als iemand in 1599 zei dat je trijzelde, dan draaide je teveel om de zaak heen of werkte je te traag!
Dit Middelnederlandse woord (een taal die we tussen 1200 en 1600 hier spraken) had een hele hoop betekenissen vroeger. Zo stond het bijvoorbeeld voor ronddraaien of rondlopen, maar ook voor beloeren of bespieden. Trijzelen is over komen waaien uit het taalgebied tussen Nederland en Duitsland: het Middelnederduitse trīselen. Reden van verdwijnen: treuzelen heeft sinds de 17e eeuw meer en meer de rol van dit woord overgenomen.
2. Klaveren (rechtomhoog klimmen, klauteren)
Vroeger zeiden we klaveren om aan te geven als iemand (moeizaam) omhoog klimde!
“Ic klaverden op al aen de wand”, schreven we in 1599. Het woord rolde in 1523 onze taal binnen als claveren. Klaveren is hiermee een verbastering van de Middelnederlandse woorden voor klimmen: clawen of clauwen. Dit komt op zijn beurt weer van clau(we): klauw! Klauteren (dat stiekem nog meer op klauw lijkt) heeft door de jaren heen de rol van klaveren helemaal overgenomen: tegenwoordig kennen we klaveren vooral als een type kaart in een kaartendeck
3. Talmen (dralen, tekeergaan, zaniken)
Niet zo talmen jij! toen dit woord in 1477 voor het eerst vastgelegd werd, betekende het tekeergaan of luid praten. In 1689 stond het zelfs voor zaniken of zeuren: daer hij… seer over talmde (waar hij ontzettend over aan het zeuren was).
Tegenwoordig is talmen overigens een haast uitgestorven synoniem van treuzelen of dralen. Invloed vanuit andere talen zorgde waarschijnlijk voor deze uiteenlopende definities. In het Middelengels betekende talmen namelijk trager gaan en het Oudnoorse tálma staat voor hinderen, tegenwerken.
4. Mare (bericht, roem, geest)
Als iemand rond 1100 een māri voor je had, dan was dit een verhaal of bericht. Mare is een van de meest fascinerend vergeten woorden.
“Nu uerenemet thiu maara” (aanhoor nu de berichten), schreven we in het Oudnederlands. Zijn oorsprong gaat helemaal terug tot voor het jaar 0, met het Proto-Germaanse werkwoord mērijan- (verkondigen, vertellen). Vele talen namen dit over; mare komt als mēre (bericht) voor in het Oudfries en als mǣre (aankondiging) in het Oudengels.
Hoewel mare een rijke geschiedenis kent, werd het woord bijna exclusief door dichters en schrijvers gebruikt. Dit zorgde ervoor dat we het tegen het einde van de Middeleeuwen al bijna niet meer hardop zeiden. Het woord leeft nu enkel nog voort in maretak en vermaard (beroemd). Daarnaast is het de bron voor nachtmerrie, dat je vroeger als nachtmare spelde. Mare betekent hierin geest of elf.
Meer etymologievoer: 6 woorden met een (hele) leuke etymologie
Wist je dat… onze weekdagen oorspronkelijk vernoemd zijn naar Romeinse goden?